Deze week heeft de Eerste Kamer de Participatiewet aangenomen en de nieuwe Wet werk en bijstand. De fracties van PvdA, D66, VVD, SGP, CU, CDA stemden voor. GroenLinks kon hier niet mee instemmen, maar heeft wel alle moties gesteund waarmee geprobeerd werd de pijn te verzachten. Helaas, want uit niets blijkt dat door de nieuwe Participatiewet meer mensen aan het werk komen, stelt senator Tof Thissen van GroenLinks (Eerste Kamer).

De Participatiewet is één van de drie decentralisaties die de gemeente de verantwoordelijkheid geven voor de gehele maatschappelijke financiële ondersteuning. Deze decentralisatie heeft grote gevolgen voor gemeenten: de gemeenten moeten ervoor zorgen dat mensen werk krijgen en de inkomens aanvullen van mensen die niet het minimumloon verdienen. Wanneer mensen uit de Wajong herkeurd worden, zullen gemeenten de verantwoordelijkheid krijgen over een heel nieuwe doelgroep. Daarnaast is door de Participatiewet nieuwe instroom in de sociale werkvoorziening vanaf 2015 niet meer mogelijk, wat betekent dat de gemeente op termijn aanzienlijk meer mensen met een arbeidshandicap bij reguliere werkgevers aan het werk zal moeten krijgen.

Het kabinet Rutte heeft de Participatiewet, een aanpassing van de wet Werken naar Vermogen, ontwikkeld om vooral mensen met een beperking (wajongers, wsw, bijstand) naar werk te begeleiden. Om te beginnen worden nu als eerste de Sociale Werkplaatsen zo goed als ontmanteld en moeten alle mensen waar het hier over gaat aan de slag in het gewone bedrijfsleven. Onder grote druk hebben de werkgevers beloofd 100.000 banen voor deze doelgroep te scheppen en de overheid zal 25.000 banen creëren. Wie het gelooft, mag het zeggen. De nieuwe voorzitter De Boer van VNO-NCW heeft zijn twijfels al uitgesproken over deze toezegging, die nog onder Wientjes was gedaan.

Daarnaast worden de mensen die nu nog in de Bijstand zitten, onder steeds grotere druk gezet om werk te zoeken, in ieder geval een tegenprestatie te leveren. Ook moet de gemeente, als het aan de staatssecretaris ligt, strenger optreden met sancties als mensen niet voluit meewerken of bijvoorbeeld de Nederlandse taal slecht beheersen.           

“Het recht op bijstand wordt dus steeds meer gezien als een gunst, niet als een onderdeel van de wettelijke zorgtaak van de gemeente”, zo is te lezen in de studie ‘Het recht op bijstand’ van socioloog en jurist Jan Vos (Trouw, 5 juli: Bijstandsgerechtigden worden aan lot overgelaten). Meedoen in deze maatschappij is dus straks geen keuze meer, maar een plicht. Door de steeds strakker opgelegde regels vanuit Den Haag aan de gemeentes wordt het vertrouwen in die gemeentes en tussen de burgers onderling ondermijnd en het gevoel van solidariteit ondergraven en dat vindt GroenLinks een slechte zaak.

"Ik moet helaas constateren dat het met deze wet voor veel Wajongers wel op een enkeltje bijstand neerkomt. Met dit uitgeknepen re-integratiebudget komt er niets terecht van participeren op de arbeidsmarkt. Ondanks alle plechtige beloftes in het regeer- en herfstakkoord blijft er een tekort aan banen voor deze groep arbeidsgehandicapten. De bezuinigingen zorgen ervoor dat mensen met een arbeidshandicap aan de kant komen te staan.'' (Linda Voortman)