GroenLinks wil extra investeren in het onderwijs. Want voor een duurzame samenleving moeten we het onderwijs verbeteren en moet 'duurzaamheid' veel meer aandacht krijgen. Onderwijs zorgt ervoor dat mensen hun weg vinden naar en op de arbeidsmarkten de motor voor ieders persoonlijke ontwikkeling en geluk.

GroenLinks staat voor een onderwijsstelsel dat emancipatie en zelfontplooiing als ideaal heeft. Wij willen onderwijs dat alle kinderen kansen geeft om hun talenten en ambities te ontplooien, ongeacht hun herkomst, sekse of sociale klasse. Een goed opgeleide, divers samengestelde beroepsbevolking is immers een belangrijke voorwaarde voor een solidaire samenleving.

Onderwijskwaliteit hangt in de eerste plaats af van de inzet en vaardigheden van leraren en de aandacht die zij aan leerlingen kunnen geven. Als het aan ons ligt, blijft het daar niet bij. GroenLinks wil leraren weer de ruimte geven om hun werk te doen; door kleinere klassen, minder management, duidelijkere eisen en hogere beloningen. Dit alles komt uiteindelijk ten goede aan de leerlingen. Om dit te kunnen realiseren vindt GroenLinks dat er flink in onderwijs geïnvesteerd moet worden.

GroenLinks wil betere basisscholen. Juffen en meesters krijgen meer tijd om goed onderwijs te geven, dankzij meer conciërges en klassenassistenten. GroenLinks wil meer 'brede scholen'.

Brede scholen zorgen ervoor dat kinderen van alles kunnen doen als de lestijd erop zit, zoals sport, kunst of toneel. Voor ouders zijn deze scholen handig omdat zij hierdoor de zorg voor hun kinderen beter kunnen combineren met hun werk. Goede en toegankelijke opvang met ruime openingstijden is daarvoor noodzakelijk.

GroenLinks wil geen onderscheid meer maken tussen kinderopvang, peuterspeelzaalwerk, basisschool en buitenschoolse opvang. Kinderen worden op één plek opgevangen. Ouders hoeven hen dus niet heen en weer te sjouwen tussen verschillende locaties. Er is één gezamenlijke leiding voor de opvoedings- en onderwijsdeskundigen.

GroenLinks wil dat de kwaliteit van de mbo-opleidingen omhoog gaat, door alle leraren goed op te leiden. Zeker in de mbo-niveaus 1 en 2 gaat het vaak om kwetsbare jongeren, die begeleiding goed kunnen gebruiken. Werken in het beroepsonderwijs wil GroenLinks aantrekkelijker maken door een betere beloning, door startende docenten meer begeleiding te geven en door meer tijd beschikbaar te stellen voor (bij)scholing.

GroenLinks vindt daarom dat scholen wettelijk verplicht moeten zijn om een stage- of leerwerkplek te regelen voor jongeren wanneer hen dat, buiten hun schuld, zelf niet is gelukt. Hiernaast krijgen bedrijven, als het aan GroenLinks ligt, de plicht om per vijftig werknemers minimaal één stageplek aan te bieden.

GroenLinks wil het lerarenberoep aantrekkelijker maken. Om te beginnen moeten wij een groter vertrouwen stellen in leraren en hen meer mogelijkheden bieden, ook om zelf hun lessen vorm te geven.

Iedereen moet zich kunnen blijven ontwikkelen, want een leven lang leren is essentieel voor een kenniseconomie waarin iedereen mee kan doen. Toch worden er allemaal obstakels opgeworpen voor wie wil leren op latere leeftijd. Dat is zonde. GroenLinks wil een flinke impuls geven aan het onderwijs voor volwassenen.

Inburgeringslessen zijn belangrijk voor de samenleving. De kosten voor verplichte inburgering worden niet op de migranten zelf verhaald. Ook mensen die niet wettelijk verplicht zijn om in te burgeren, zoals EU-burgers, kunnen gebruik maken van dit onderwijs, met behulp van een vorm van studiefinanciering.

Nog vrij veel Nederlanders zijn functioneel analfabeet: zij kunnen bijvoorbeeld geen formulieren invullen en begrijpen de ondertiteling op de televisie niet. GroenLinks wil dat er een plan komt om functioneel analfabetisme in tien jaar tot een minimum te beperken.